Wordt het in de toekomst mogelijk zich te laten inenten tegen nicotine?

Er zijn heel wat methodes om te stoppen met roken. Toch rookt nog 23% van alle Belgen (volgens de resultaten van de laatste gezondheidsenquête uit 2013) en sterven nog elk jaar 15.000 inwoners van ons land door hun rookgedrag. Onderzoekers van over de hele wereld werken al 10 jaar lang aan een andere aanpak: het nicotinevaccin. Dit vaccin moet de nicotine in het bloed neutraliseren via het immuunsysteem, voordat de stof de hersenen bereikt. Op die manier zou een veel lagere dosis nicotine de hersenen bereiken, waardoor de roker veel minder plezier zal ervaren bij het roken.

Bemoedigende resultaten

Er werden al tests uitgevoerd bij rokers die er met andere methodes niet in waren geslaagd om te stoppen met roken. Deze tests waren vrij eensluidend wat betreft het stoppen met roken, maar heel wat personen kregen na de vaccinatie last van nevenwerkingen (dezelfde symptomen als bij griep). Het vaccin werd dus gewijzigd en de klinische trials zijn nu nog bezig. 

Heel wat vragen

De laatste resultaten zijn bemoedigend, maar er zijn nog heel wat vragen over deze nicotinevaccins. Eerst en vooral over de noodzakelijke herhaalinentingen om hervallen te vermijden. Er werd nog geen enkel onderzoek gevoerd naar deze herhaalvaccins. Daarnaast zijn intramusculaire inspuitingen pijnlijk, zeker wanneer die regelmatig moeten worden toegediend. Er rijzen nog andere vragen:

• Zou men ook preventief moeten inenten om niet verslaafd te raken aan tabak? 
• Hoe staat het met instemming? Mogen ouders hun kinderen of adolescenten laten inenten zonder hun instemming, zodat ze niet verslaafd zouden raken aan roken?

Psychologische begeleiding

Het vaccin tegen nicotine lijkt dus een mogelijke optie in de strijd tegen roken, maar is zeker niet de enige oplossing. Er lopen nog andere farmacologische onderzoeken. In elk geval zijn de wetenschappers het er over eens dat de farmacologische optie niet voldoende is, maar moet worden gecombineerd met psychologische begeleiding.